10 tips om de storing aan uw centrale verwarming en/of warmwaterinstallatie te verhelpen.

Bij toestellen zonder waakvlam eerst op de resetknop drukken en/of gedurende 1 minuut de stekker uit het stopcontact nemen. Houdt de storing aan, controleert u dan eerst of:

    1. de waakvlam brandt. Is dit niet het geval, steek de waakvlam dan weer aan;
    2. het toestel in de bedrijfsstand staat en de stekker op de juiste manier in het stopcontact zit;
    3. de zekeringen (stoppen) in de meterkast niet stuk zijn en/of de aardlekschakelaar niet in de ‘UIT’ stand is gesprongen;
    4. er voldoende water in de installatie aanwezig is (ongeveer 1,5 bar). Als er onvoldoende water in de installatie aanwezig is, dient u het water bij te vullen.
    5. de gaskranen niet dichtgedraaid zijn (bijvoorbeeld in de meterkast);
    6. u borrelgeluiden hoort. Is dit het geval dan dient u de installatie eerst te ontluchten, zo nodig bij te vullen.
    7. de kamerthermostaat voldoende hoog is ingesteld;
    8. er geen warmwaterkraan druppelt (bij combitoestellen);
    9. er voldoende radiatorkranen openstaan voor een goede doorstroom.

Gaat er toch iets mis, dan kun U 24 uur per dag 7 dagen in de week, gebruik maken van de storingsdienst. Buiten kantooruren krijgt U een antwoordapparaat of een telefoonnummer dat U kunt bellen om de dienstdoende servicemonteur op te roepen. De dienstdoende servicemonteur zal zo spoedig mogelijk contact met U opnemen.